Wettelijk is bepaald dat uw bv, zodra blijkt dat de betaling van loon- en omzetbelasting niet mogelijk is, dit schriftelijk moet melden aan de ontvanger. Dit moet uiterlijk twee weken na de dag, waarop de verschuldigde belasting moest worden afgedragen. Heeft de bv een en ander correct gemeld, dan bent u als bestuurder alleen aansprakelijk bij kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Van kennelijk onbehoorlijk bestuur kan slechts gesproken worden bij een onbehoorlijke taakvervulling, die als onverantwoordelijk, roekeloos, verregaand onnadenkend en onbezonnen kan worden aangemerkt. De bewijslast hiervan ligt bij de ontvanger. Aan het onbehoorlijke karakter van het bestuur mag geen twijfel bestaan, want er zijn natuurlijk altijd fouten, onjuiste beslissingen of weinig doordachte handelingen mogelijk zonder dat er direct sprake is van onbehoorlijk bestuur. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is dan ook alleen sprake, als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden op deze manier gehandeld zou hebben.
In een recente rechtszaak werd een bestuurder van een concern aansprakelijk gesteld voor ongeveer € 900.000 aan belastingschulden. De ontvanger stelde dat er sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur, maar de rechter ging hier niet in mee. Volgens de ontvanger had de bestuurder onder meer onvoldoende toezicht gehouden op het financiële reilen en zeilen van het concern. De rechter was echter van mening dat de bestuurder hiervoor voldoende expertise had ingehuurd, aangezien hij deze zelf ontbeerde. Dat de ingehuurde deskundigen hun taak onvoldoende uitoefenden, kon de bestuurder ook niet verweten worden.
Beschikt u zelf dus over onvoldoende financiële kennis, huur deze dan in om zodoende uw fiscale bestuursaansprakelijkheid te beperken.